Anne-Marieke Samson – Klootzakjes

Klootzakjes is een vrolijke en rumoerige schelmen-roman vol seks, drank en hardrockkaraoke. 

0
2831
Anne-Marieke Samson
Anne-Marieke Samson @SodisVita
Tekst Jos Verdonk | Beeld Sodis Vita

“Ik was een beetje boos over een column van Judith Eiselin in NRC van een paar jaar geleden”, vertelt Anne-Marieke Samson (1981) op het piepkleine terras van café Eik & Linde. “Daarin pleitte ze voor meer vrouwelijke viespeuken in de literatuur. Tegelijkertijd voelde ik me uitgedaagd. Er zijn maar weinig stoere vrouwelijke schrijvers die over seks schrijven. Het begon te kriebelen.”

Die kriebeling leidde tot Klootzakjes, een roman die zich afspeelt in de ruige Amsterdamse kunstenaarsscene van de jaren nul van deze eeuw. De roman verscheen eind vorig jaar en is tot nu toe niet of nauwelijks opgemerkt door pers en kritiek. Geheel onterecht.

De ‘ik’ in Klootzakjes heet Anne-Marieke Samson, net als de auteur zelf dus. “Het gaat ook grotendeels over mezelf, maar op de voorkant staat ook roman, dus het is absoluut fictie. De waarheid opschrijven wordt een dagboek en dat is voor niemand leuk om te lezen. Je gaat dus sleutelen aan gebeurtenissen en knutselen met dingen die echt zijn. Als het boek dan af is, staat er niets meer in wat een-op-een zo gebeurd is: als je een roman schrijft creëer je een nieuwe werkelijkheid.”

Voor Anne-Marieke Samson is er een groot verschil tussen de wereld van boeken en literatuur en de werkelijkheid. “In het dagelijkse leven zijn er geen echte helden, mensen die structureel beter zijn dan anderen. Maar in de literatuur bestaan er volop helden: personages die altijd interessante gedachten hebben en intellectuele gesprekken voeren met hun vrienden. In het echt bestaan zulke mensen helemaal niet! Ik denk dat het een heel groot menselijk verlangen is dat er helden bestaan: iedereen wil iemand in zijn omgeving hebben die geweldig is en tegen wie je opkijkt.” Madonna bijvoorbeeld. Zowel Anne-Marieke Samson als haar personage zijn fan en imiteren haar in obscure Amsterdame karaoke-gelegenheden. De Anne-Marieke in het boek is begin twintig als ze verliefd wordt op Iwan. Ze gaan al gauw samenwonen. Iwans vriendengroep is een nogal wild kunstenaarscollectief dat zich de klootzakjes noemt. Het gezelschap houdt zich vooral bezig met feesten, zich afzetten tegen burgerlijkheid en de heren laten zich uitsluitend leiden door egoïstische motieven. “Die jongens in mijn boek zijn vooral bezig de klootzak in zichzelf te ontdekken. Dat doen ze door zo weinig mogelijk met anderen rekening te houden. Of ik mijzelf als een vrouwelijke klootzak zie of dat wil zijn?” Samson schiet in de lach. “Nee, absoluut niet. Ik zou mezelf geen klootzak willen noemen. Het is heel goed om niet alleen bezig te zijn met wat mensen van je denken en van je vinden, maar wat mij betreft hoeft dat niet zo ver te gaan dat je anderen daarmee benadeelt.”

Samson is onderzoeksmedewerker op het ministerie van Justi­tie. “Ik heb gelukkig vrij veel vakantiedagen en kan daar nog wat bijkopen. Ik werk steeds drie weken in Den Haag en kan dan een week schrijven in een huisje in Frankrijk.”

“Mijn volgende boek gaat over de oorlogsgeschiedenis van mijn joodse oma, die trouwens ook al een rol heeft in Klootzakjes. Daarvoor ben ik al in archieven gedoken en heb ik al veel aantekeningen gemaakt. Maar ik denk niet dat ik echt in de huid van mijn oma ga kruipen: het zou zomaar kunnen dat Anne-Marieke Samson daar weer opduikt als vertelster van het verhaal.”

Klootzakjes is een vlot geschreven romantische comedy, maar dan zonder romantiek. “Ik heb dit boek in een jaar geschreven en het stond in een keer op papier, maar ik heb echt in mijn maag gezeten en wakker gelegen over dat laatste hoofdstuk. Ik wilde niet dat mijn personage zou eindigen met een partner en een gezin, dat alles – tussen aanhalingstekens – goed zou komen. Het ergert me altijd dat iemand tegen me zegt: ‘Het komt wel goed met jou’. Alsof het niet goed is als je single bent.”

UIT: KLOOTZAKJES

En dan lazen we een krantje waarbij we onze aandacht maar nauwelijks konden houden, omdat we in een permanente staat van hitsigheid waren. We waren verheugd over zoveel genot in ons leven, en over zoveel liefde in elkaars ogen. Mijn bonkie noemde ik hem, en hij mij zijn snollekopje. Op een of andere manier wilde hij graag dat ik een sletterig leven had geleid in de tijd voordat ik met hem was. Hij zei dat hij zelf een slet zou zijn geweest als hij een vrouw was geweest. Iets waar hij regelmatig over sprak. De droom om een slet te zijn.
‘Als ik borsten had zou ik er de hele dag aan zitten’, zei Iwan vaak.
Het lukt me niet om hem de onzinnigheid daarvan
duidelijk te maken.
‘Als ik een pik had zou ik er ook niet de hele dag aan zitten’, zei ik.
Hij wel. ‘Oké, maar mijn borsten bestaan toch niet alleen maar bij de gratie van jouw genot?’
‘Nee liefje, ze zijn er ook om mijn nageslacht te voeden.’
Daar lachte ik maar om. Gelukkig wist ik zeker dat ik behalve een instrument ook een grote liefde van hem was.

Anne-Marieke Samson – Klootzakjes
Uitgeverij De Arbeiderspers €19,99

advertentie Regenboog Groep

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in