Met bijna dertig verschillende armoede-regelingen wil de gemeente Amsterdam zoveel mogelijk minima-huishoudens helpen. Inmiddels maakt 72 procent van hen daarvan gebruik. Dat getal moet omhoog, vindt het college. Maar makkelijk is dat niet.
Als gemeente is Amsterdam kampioen van Nederland in het verstrekken van armoedevoorzieningen. In 2019 waren er maar liefst 29 verschillende regelingen, zo blijkt uit de Armoedemonitor december 2019 van de gemeente. Deze armoede-regelingen variëren van de bekende stadspas voor 65-plussers, een laptop voor kinderen in arme gezinnen tot en met de mogelijkheid om een keer per jaar je huisdier gratis door een dierenarts te laten onderzoeken. De kosten van deze regelingen bedragen meer dan 100 miljoen euro. Opvallend is dat het bereik van de voorzieningen stabiliseert op ongeveer 72 procent van het aantal minima-huishoudens in Amsterdam, oftewel zo’n 100.000 Amsterdammers.
Hoger bereik
De gemeente is niet tevreden dat ze maar 72 procent van de minima-huishoudens bereikt met de armoedevoorzieningen. Om dat getal op te krikken, komt er onder meer een ‘productgerichte campagne’ met een ‘bel team’, om ‘personen te informeren over het gebruik van de minima-voorzieningen’, aldus de Armoedemonitor. Ook krijgt de stadspas steeds meer de functie van ‘toegangspoort’ voor de armoedevoorzieningen. Verder moet er ook meer contact komen met de werkende armen, want vooral onder deze groep minima is het bereik van de armoede-regelingen laag. Tenslotte zijn een tiental focus-wijken geselecteerd waar relatief minder bereik is met Amsterdamse huishoudens, aldus de monitor. ‘Dit zijn overigens veelal niet de wijken waar armoede in absolute zin het hoogst is. Samen met de stadsdelen gaan we in deze wijken gebiedsgerichte acties opzetten om het bereik te vergroten.’
In de raad
De commissie Werk, Inkomen en Onderwijs van de gemeenteraad van Amsterdam bespreekt woensdag 6 mei de Armoedemonitor.
