Buiten spelen was het mooiste wat er was toen ik op de basisschool zat. In die tijd had je status als je veel durfde. Dat was bij mij wel een dingetje. Ik was niet bepaald een waaghals. Eerder een keffend hondje met een angstig kwispelend staartje. Bij belletje lellen, liep het me dun door de broek. Bang om gesnapt en voor altijd opgesloten te worden. Stiekem klom ik met mijn voetbal wel eens over het hek bij de voetbalclub om op het trainingsveld een balletje te trappen. Dat vond ik leuk en doodeng tegelijkertijd. Bang dat de hond van de terreinknecht op me af werd gestuurd en ik  zou worden gebeten. De kans op overleving was dan natuurlijk nihil, had ik me bedacht.

Eén vriendje van mij klom vaak in heel hoge bomen, plukte appels in een appelboomgaard waar hij niet mocht komen en frituurde een keer vier kroketten voor zijn lunch. Ik vond hem superstoer. Een ander vriendje was op een dag niet op school. De juf vertelde dat hij klei had gegeten en daarom ziek was. Ik was in shock. Zou hij het overleven? Hoe giftig is klei? Ik snapte het niet. Wat een flapdrol, maar wat een held ook.

Als ik nu terugkijk op die tijd in mijn leven is de status die ik had niet meer belangrijk. Het maakte niet uit dat ik niks durfde. Ik genoot van het buiten spelen, ook al was ik misschien de minst stoere jongen van de klas. Buiten spelen was het mooiste wat er was.

En zo is het nog steeds. Elk jaar rond het begin van de zomer is de nationale buitenspeeldag. Op die dag is Nederland één grote speelplek. De Krajicek Foundation steunt deze boodschap en met 12 Playgrounds in Amsterdam kun je je hier naar hartenlust uitleven.

Zie voor meer informatie
krajicek.nl/nationale-buitenspeeldag-op-10-juni-2020

advertentie Regenboog Groep

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in