Met nog eens een half miljoen euro blijft de gemeente de informele voedselbanken steunen tot eind 2021.
‘Geen honger in de stad’: dat is het uitgangspunt voor het college om de informele voedselbanken ook na 1 juli van dit jaar te blijven ondersteunen. Het college wil voorkomen dat mensen in Amsterdam honger lijden, ook nu het einde van de corona-crisis langzaam in zicht komt. ‘Alhoewel we een daling zien van het aantal mensen dat afhankelijk is van voedselnoodhulp, blijft het ook in de tweede helft van 2021 nog nodig om voedselnoodhulp te verstrekken.’ Het college trekt er een half miljoen euro voor uit, geld dat afkomstig is uit de ‘armoedegelden’.
Later minder hulp
Voor het college staat vast dat het steunen van de informele voedselbanken een tijdelijke zaak is, maar het uitgangspunt blijft ‘geen honger in de stad’. ‘We willen de voedselnoodhulp niet institutionaliseren, schrijft het college. Ook in de tweede helft van 2021 geeft de gemeente geld aan het Rode Kruis en Human Aid Now voor het verstrekken van voedselbonnen en –pakketten. Eerder dit jaar was al 750.000 euro verstrekt voor de informele voedselbanken. De gemeente rekent er op dat er later dit jaar minder hulp nodig is. ‘Samen met de initiatieven wordt een verantwoorde daling van de noodhulp vormgegeven. Het Rode Kruis is gevraagd om ons hierbij te helpen met hun kennis en ervaring bij het afschalen van noodhulp.’
Aantal klanten Voedselbank stabiel
Het aantal klanten van de ‘formele’ Voedselbank werd in de corona-crisis anderhalf keer zo groot en bedroeg in februari bijna 2.000 huishoudens (4.700 personen). Daarna bleef het stabiel. Volgens het college kwam dat onder meer omdat de Buurtteams nu de intakes en herintakes voor de Voedselbank doen. ‘Zij kunnen mensen naast een toelating tot de Voedselbank, ook hulp bieden bij achterliggende problemen die maken dat er voedselnood is. Dat leidt regelmatig tot verbeteringen in de (financiële) situaties van de Amsterdammers en dus tot uitstroom bij de Voedselbank.’