‘Ik ben gewoon maar begonnen’

Direct na de Russische inval begon de Amsterdamse Anna Matyjaszczuk (43) spullen in te zamelen voor Oekraïense vluchtelingen in haar geboorteland Polen. Ook helpt ze Oekraïeners in Amsterdam aan eerste levensbehoeftes. Dit is haar dagboek.

0
816
MUG2204SH_dagboek
© Sandra Hoogeboom

dinsdag 23 maart

Als ik spullen sta te sorteren in buurtcentrum de Groene Hub in Holendrecht, belt het klooster in Jeżów Sudecki (in West Polen) waarmee ik al een tijdje contact heb. Zij coördineren de opvang van 780 weeskinderen uit Oekraïne. De jongste is 4 maanden en de oudsten zijn 14 jaar. Ze worden in de hele regio opgevangen, want het klooster kan zoveel kinderen niet kwijt. Ik heb Unicef er al over gebeld maar die kunnen op dit moment nog niets doen. Daarom probeer ik het maar. De kinderen hebben nu vooral voedsel, luiers en schoolspullen nodig, Want ze hopen dat ze op termijn naar school kunnen.

Eerst verzamelde ik spullen voor iedereen in het grensgebied, maar daar is nu wel genoeg hulp. En bovendien kunnen volwassenen nog werken maar deze kinderen niet. Ik zet maar weer een oproep op Nextdoor, een buurtapp.

De eerste keer dat ik dat deed, vlak nadat de oorlog begon, kreeg ik meer dan honderd reacties. Van mensen uit de buurt maar ook van bedrijven. Zo kregen we een stapel beddengoed van het Hyatt hotel. Vooral de kleding die we kregen, was enorm veel werk om uit te zoeken, want lang niet alles is geschikt of nog bruikbaar en ik heb niet zoveel hulp. Gelukkig komt mijn oudste zoon vaak helpen. Ook vanmiddag komt hij na school hier naar toe. Hij is sterk en zegt niet snel nee. De keer maak ik voor Nextdoor een specifieke lijst zodat we alleen spullen krijgen die echt nodig zijn: pindakaas, luiers, schriften etcetera.

woensdag 24 maart

Morgen komt de vrachtwagen spullen halen. Dus vandaag moet ik zorgen dat alles in dozen zit en dat op iedere doos duidelijk staat wat er in zit. Dat wil de Duitse douane. Ik doe soort bij soort. Luiers allemaal bij elkaar, medicijnen bij elkaar. Ik zie toch nog een pakje medicijnen dat over de datum is. Snel haal ik die uit de doos. In het begin lette ik daar niet zo goed op, maar toen ze in Polen klaagden dat de pasta drie jaar over de datum was, begreep ik dat mensen niet alleen goede dingen inleveren.

Bij de Groene Hub zeiden ze dat ik beter een eigen organisatie kan oprichten. Ik zou graag een soort meldpunt zijn voor Oekraïners hier in de regio. Dat ben ik al een beetje sinds een Poolse organisatie mijn telefoonnummer op hun folder heeft gezet. Ik word elke dag wel een paar keer gebeld door Oekraïense families uit Amsterdam en omgeving die eten of kleding nodig hebben.

Toen de oorlog begon, wilde ik graag iets doen. Ik doe altijd al vrijwilligerswerk hier in Zuidoost. Ik heb in het AZC gewerkt en heb eten helpen uitdelen tijdens corona. Door mijn nierproblemen heb ik altijd pijn. Als ik thuis blijf zitten, word ik somber. Dan kan ik beter iets voor anderen doen. En deze oorlog komt dichtbij. Ik ben 17 jaar geleden hier gekomen vanuit Polen. Oekraïners en Polen lijken op elkaar. Dezelfde cultuur. Daarom ben ik gewoon maar begonnen.

donderdag 25 maart

Vandaag komt de vrachtwagen. Dus zodra ik mijn zoon naar school heb gebracht, ga ik naar de Groene Hub om de laatste dingen klaar te zetten. Gelukkig komt mijn grote hulp Isaac, een Nigeriaanse man uit de buurt. Hij neemt een groot deel van het sjouwwerk voor zijn rekening want de vrachtwagen kan niet tot aan het buurthuis zelf komen. Het zijn niet zoveel spullen als de eerste keer. Toen stond de hele grote gymzaal vol. Dat was wel bijzonder. Zoveel spullen in zo’n korte tijd.

Als de vrachtwagen ongeveer halfvol is, moet Isaac helaas naar zijn werk. Dus ga ik zelf maar verder sjouwen. Dat is niet zo verstandig want ik mag eigenlijk niet tillen, maar iemand moet het doen. Ik heb geluk. Een nieuwe Oekraïense familie komt langs. De oudste zoon en de vader beginnen gelijk te helpen.

Als de vrachtwagen weg is, praat ik met de familie over hun situatie. Dat praten blijkt niet zo eenvoudig want ze spreken geen Pools en ook geen andere vreemde taal, alleen Oekraïens. Gelukkig hebben we Google translate. Daar komen we een eind mee. De familie heeft opvang in Bos en Lommer, maar ze krijgen daar geen eten. Dus dat moeten ze zelf regelen. Ik zoek wat eten voor ze bij elkaar. We spreken af dat we contact houden.

Ik ben nog net op tijd om mijn zoon op te halen uit school. Ik besluit ik mijn kinderen te trakteren op de McDonalds. Als ik nu naar huis ga en ga zitten, dan kom ik niet meer overeind. Ik bel mijn twee grote kinderen en samen hebben we nog een fijne middag.

vrijdag 26 maart

Ik ben moe maar ik ga toch nog even naar de Groene Hub. Ik wil de boel een beetje opruimen, zodat ik spullen klaar heb liggen als er weer nieuwe families langs komen. Heel veel eten ligt er niet meer, maar vanmiddag komt een man langs met boodschappen. Hij reageerde op mijn oproep op Nextdoor en doet voor 500 euro aan boodschappen.

Volgende week heeft de Groene Hub deze ruimte een dag nodig. Dan moet alles wat hier staat tijdelijk worden verplaatst. Daar probeer ik nog maar even niet aan te denken.

Er wordt op de deur geklopt. Een vrouw heeft een auto vol spullen. We zetten de zakken met dekens en een kinderbedje binnen. Die ga ik zo wel uitzoeken. In de verte zie ik Isaac aan komen om te helpen. Ik sta er gelukkig niet alleen voor.

Wil je Anna Matyjaszczuk helpen of heb je spullen voor haar? Ze is doordeweeks bijna iedere ochtend te vinden in de Groene Hub, Holendrechtplein 44. Appen kan via 06 8442 1166

 

advertentie Regenboog Groep

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in