© Josse de Voogd
TEKST EN BEELD Josse de Voogd

De toeslagenaffaire, de aardbevingsproblematiek in Groningen, de anti-lockdownprotesten, de boze boeren en de schrijnende situaties rondom de Participatiewet. Een paar voorbeelden waarbij burgers in de knel komen en zich ongehoord voelen. In 2018 constateerde de Commissie Remkes dat een deel van Nederland dreigt ‘af te haken’ of al is afgehaakt, resulterend in minder vertrouwen, thuisblijven bij verkiezingen of stemmen op protestpartijen. Hierop voortbouwend publiceerde ik recentelijk samen met René Cuperus de ‘Atlas van Afgehaakt Nederland; Over buitenstaanders en gevestigden’. Hierin schetsen we welke groepen afhaken, waarom en vooral wáár. We kijken daarbij naar gegevens over werk, inkomen, gezondheid en vertrouwen, naar opkomstpercentages bij verkiezingen, en naar het stemgedrag.

In de studie onderscheiden we ‘gevestigde partijen’ en ‘buitenstaander-partijen’. De gevestigde partijen zijn VVD, D66, CDA, PvdA, GroenLinks, ChristenUnie en SGP. Zij hebben invloed via het bestuur, en anders wel via verwante maatschappelijke instituties; denk aan de media, de wetenschap en kerken. Daartegenover staan de buitenstaander-partijen. Zij besturen zelden mee, en zijn minder verweven met instituties. Daarnaast trekken zij kiezers die gemiddeld genomen minder optimistisch kijken naar de samenleving en naar hun eigen leven. We rekenen PVV, SP, FvD, PvdD, 50PLUS en DENK hiertoe, en sinds kort ook JA21, BBB en BIJ1. Al zou men deze nieuwkomers ook kunnen zien als aspirant-aanhakers: JA21 wil een ‘fatsoenlijk’ regeringswaardig alternatief zijn voor PVV en FvD, BBB heeft een agrarische lobby en het geluid van BIJ1 is geland bij maatschappelijke organisaties. Volt past qua kenmerken wat betreft organisatie en achterban reeds meer bij de gevestigden. De indeling is niet gebaseerd op standpunten; PVV versus DENK, PvdD versus BBB en FvD versus BIJ1 zijn vaak elkaars tegenpolen; maar om de relatie ten opzichte van de gevestigde macht. Wat ze delen is een roep om representatie van hun doelgroep.

Patronen op de verkiezingskaart liggen niet vast. De voortgaande ‘veryupping’ van de stad leidt er toe dat menig buitenstaander de stad verlaat en het stemgedrag dus meeneemt naar een andere gemeente. Amsterdam wordt een stad van de ‘gevestigde’ winnaars. En daarnaast een stad met een sterke mate van segregatie. De grote hoeveelheid sociale woningbouw vormt vooralsnog een demper op de verdringing.

Deze combinatie van sociale huur, met relatief veel mensen met een biculturele achtergrond, en dure koop, met relatief veel witte hogeropgeleiden, leidt tot een scherpe tegenstelling tussen kansrijk en kansarm, met daartussen weinig midden.

Hiermee wijkt de stad sterk af van de rest van Nederland, waar het midden vaker domineert. De scherpe grootstedelijke contrasten bepalen in sterke mate het nationale debat over ongelijkheid en diversiteit. Dit soms tot ergernis in andere regio’s.

Achterstanden worden geregeld aan stedelijke achterstandswijken en aan etniciteit gekoppeld, terwijl deze zich elders ook vaak onder de autochtone bevolking voordoen. Daarentegen is de frustratie in de grote stad over de ongelijkheid zeer begrijpelijk. Kansrijk en kansarm woont er dichtbij elkaar, maar vaak wel langs elkaar heen, in eigen bubbels. Kansrijk kent de wegen naar de ‘juiste’ gesegregeerde scholen, en kansarm kampt er doorgaans met een slechtere woonkwaliteit dan buiten de stad. De relatieve deprivatie is schrijnend.

Bang voor de overheid

Aansluitend op het thema van dit nummer, zullen buitenstaander-kiezers gemiddeld genomen vaker problemen hebben met de overheid en andere organisaties. Van kleine ondernemers die zich bekneld voelen door regels, tot minima die juist meer overheidsondersteuning zouden willen, tot diegenen die er op basis van sociale klasse, gezondheid, etniciteit of nationaliteit uit worden gepikt en een vergrootglas over zich heen krijgen. Velen zullen bang zijn voor de overheid. Een angst die voor gevestigden vaak moeilijk te begrijpen valt. Een slechtere gezondheid, ontslag, reorganisatie, discriminatie op de arbeidsmarkt, of schade door aardbevingen, het zijn allemaal levensgebeurtenissen die doorgaans leiden tot minder levensgeluk, en die de kans vergroten dat men op een complexe manier in aanraking komt met instanties en regelgeving. Zeker wanneer er sprake is van laaggeletterdheid of beperkte digitale vaardigheden is de kans op verstrikt raken groot.

Zelf ben ik chronisch ziek, en worstel ik met het vinden van steun bij instanties en met het vinden en behouden van werk. Ik adviseer als onderzoeker de overheid, maar ben ook regelmatig bang voor diezelfde overheid. Altijd is er die angst voor het verkeerde vinkje. De buitenstaander wordt relatief vaak opgejaagd, gecontroleerd en gedisciplineerd. We spreken in de Atlas niet alleen over ‘afgehaakt’, maar ook over mensen die ‘afgehaakt zijn gemáákt’. Er ligt een urgente taak voor gevestigd Nederland om deze groepen opnieuw, of voor het eerst, aan te haken.

In maart zijn er weer gemeenteraadsverkiezingen. Houden de gevestigde partijen stand of rukken de buitenstaanders op? In steeds meer gemeenten winnen lokale partijen, met Amsterdam tot nu toe als uitzondering. Interessant is de vraag of zij als ‘brugpartijen’ kunnen functioneren tussen de gevestigde en de buitenstaander kiezers, en die laatsten tot aangehaakt kunnen maken. De toekomst zal het uitwijzen.

Buitenstaanders op de kaart

Een blik op de kaart van Nederland laat zien dat de buitenstaanders sterk vertegenwoordigd zijn in industriegebieden, zoals de IJmond, in perifere krimpregio’s, zoals Oost-Groningen en in satellietsteden als Lelystad. Op de kaart is er een overlap met meer armoede, een lager opleidingsniveau en in het bijzonder met een slechtere gezondheid. De gevestigden doen het goed in gemeenten met veel hogeropgeleiden, een hoge welvaart en een sterke sociale samenhang.

© Josse de Voogd

Bij verder inzoomen blijkt dat ook binnen gemeenten de contrasten groot zijn. In Amsterdam springen, als we de verschillende buitenstaander-partijen optellen, Noord, Nieuw-West en Zuidoost er uit. In Nieuwendam Noord, Geuzenveld-Slotermeer en Osdorp-Midden behalen zij gezamenlijk een meerderheid, en dan tellen we de niet-stemmers nog niet eens mee. Dichterbij het centrum vallen buurten op met relatief veel sociale woningbouw, zoals de Indische Buurt. Buiten de gemeentegrens zetten de patronen zich voort. Net als in Noord doen de buitenstaander-partijen het goed in Zaanstad en Purmerend. En ten zuiden van de stad scoren de gevestigden hoog in Amstelveen, het Groene Hart en het Gooi.

Josse de Voogd is zelfstandig onderzoeker en publicist op het raakvlak van ruimte, politiek en samenleving. Zie kennisopenbaarbestuur.nl/rapporten-publicaties/atlas-van-afgehaakt-nederland/

 

advertentie Regenboog Groep

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in