Banenplan Amsterdam | © Kousbroek

Wethouder Rutger Groot Wassink wil dat zijn sociale dienst (WPI) met alle 40.000 mensen in de bijstand in gesprek gaat, met als doel dat er over vier jaar nog maar 30.000 mensen in de bijstand zitten. Daartoe worden banenplannen opgetuigd. In eerste instantie richt de aanpak zich op de circa 30.000 bijstandgerechtigden die langdurig in de bijstand zitten. Zij worden zo snel mogelijk voor een gesprek opgeroepen. Wat doet dit bericht met mensen die al wat langer in de bijstand zitten?

Leyla (34) en Hannan (36) zijn vriendinnen én lotgenoten in de bijstand. Leyla: “Ik had werk maar mijn contract werd niet verlengd. Dat is zes jaar geleden, maar WPI heeft al die tijd geen enkele aandacht voor mij gehad. Ik hoor al jaren niets.”

Hannan zit al achttien jaar in de bijstand, met tussenpozen: “Van baantje naar baantje en steeds opnieuw bijstand aanvragen. Dat duurt zes tot acht weken. In de tussentijd moet je maar zien rond te komen. Dan vraag je om een voorschot en een betalingsregeling bij de corporatie en het energiebedrijf. In die achttien jaar heb ik echt wel goede klantmanagers meegemaakt. Maar ze hebben te weinig middelen om je echt te helpen, ze lopen zelf vast in een bureaucratisch systeem.”

Zo jong en al zolang in de bijstand. Hoe kan dat? Hannan: “Ik moest met mijn opleiding stoppen omdat ik geen oppas voor mijn kind kon vinden. De gemeente had die oppas moeten betalen. Ik ben nu slechter af dan mijn ouders. Bij die gedachte krijg ik een brok in mijn keel van schaamte.”

Meer baat bij opleiding dan tijdelijk baantje

Leyla: “Als je kan werken én het loont, dan is een banenplan prima. Maar de meeste mensen in de bijstand hebben meer baat bij een opleiding. Ik verwacht dat heel veel mensen niet komen opdagen en de gevolgen voor lief nemen.”

De ondanks een lichamelijke beperking actieve Trudy (52) heeft een loopbaan in de bijstand van acht jaar. “De gemeente heeft dit al eens geprobeerd en dat leverde niets op. Dit plan maakt mensen bang en bezorgt ze slapeloze nachten.”

Leyla is dat met Trudy eens. Zij vindt dat je in mensen moet investeren als je ze uit de bijstand wilt halen. “Kom niet met een baan in de beveiliging of bij een nagelstudio aanzetten. Dat biedt geen perspectief.” Hannan: “WPI zei dat de baan die ze voor me hadden voor zes maanden zou zijn. Dat is toch geen serieus aanbod! Ook werd gezegd dat een baan niet betekent dat je boven de bijstandsnorm komt. Dat zoemt rond in je hoofd, je slaapt er niet van. Dat ging zover dat ik minder eetlust had, waardoor ik afviel. Je kunt niet meer normaal functioneren.”

Luister naar bijstandsgerechtigden

Hannan wordt fel als het over banenplannen gaat: “Mensen worden in tijdelijke baantjes geduwd. Hoe denkt de wethouder 40.000 mensen aan serieus werk te helpen?” Leyla: “Dat banenplan brengt mensen in de alarmstand. Wat gaan ze met me doen? Tegen mij zullen ze opnieuw zeggen: er is werk in de zorg en de beveiliging, ga maar solliciteren. Mensen in de bijstand dragen het stigma van lui, dus zet ze maar aan het werk. Maar bijstandsgerechtigden doen juist veel voor de samenleving. Ze doen vaak vrijwilligerswerk of mantelzorg. Als ik wethouder was, zou ik minimaal twee tot drie gesprekken met bijstandsgerechtigden voeren en serieus naar ze luisteren.”

Dat is ook wat Trudy adviseert: “Vraag mensen wat ze willen? Waar doe je ze als gemeente een plezier mee?” Leyla: “Betaal een opleiding, geef ondersteuning met behoud van uitkering. Zorg dat mensen genoeg geld hebben om gezond te kunnen eten. Dat bespaart de samenleving een vermogen aan gezondheidszorg. Amsterdam wordt dan echt een stad waar iedereen zich thuis kan voelen. Maak van vrijwilligerswerk echte banen. Als wethouder zou ik om te beginnen mensen een forser deel van hun eventuele bijverdiensten laten houden.”

Trudy, instemmend: “Ik doe al jaren vrijwilligerswerk, maar de gemeente is niet van plan dat om te zetten in een vaste baan. Een goed banenplan is een plan waarbij vrijwilligerswerk wordt omgezet in een echte baan.”

Jessica (36) heeft een opgroeiende dochter en probeert via eigen werk uit de bijstand te komen. Zij ziet niet op tegen de gesprekken. Maar: “Het is te hopen dat er echt naar ons wordt geluisterd en dat de vervolggesprekken met steeds dezelfde klantmanager zijn. Voorwaarde zou moeten zijn dat mensen naar banen worden geleid die écht iets opleveren, zonder armoedeval.”

En hoe kan het dat nu juist wethouder Rutger Groot-Wassink van GroenLinks hiermee komt, vraagt Jessica zich af: “Raar dat de wethouder in één jaar tijd is omgeslagen van een basisinkomen naar een banenplan. Ik denk vanwege de dreigende korting van het Rijk. Helaas zijn banen via de gemeente vaak tijdelijke banen, tegen weinig loon.”

Dreigende Rijkskorting

Ook Jacques Peeters (61) van de Bijstandsbond is ervaringsdeskundig als het om de sociale dienst gaat, al ruim dertig jaar. “Rutger Groot Wassink, dat is toch het raadslid dat niet geloofde in dwang om mensen aan het werk te krijgen en pleitte voor een regelluwe bijstand? En dan nu dwang, zoals de VVD altijd bepleit?” Jessica: “Hoe denkt hij dwang te kunnen uitoefenen? Uitgangspunt moet zijn wat de cliënt wil.”

Peeters: “De dreigende korting van het Rijk heeft volgens de wethouder niets met zijn ommezwaai te maken. Nee, hij heeft het juist goed voor met al die werkzoekenden. ‘Het Rijk maakt het allemaal niks uit’, zegt hij in MUG. Dat gelooft hij toch zelf niet. Het Rijk heeft wel degelijk een bedoeling met die dreigende korting. Een uitkering moet zeer onaantrekkelijk worden gemaakt, zodat je vanzelf kiest voor een precair klotebaantje. De wethouder zegt dat we nu de slag moeten maken omdat de economie zo goed draait. En wat als de economie weer terugloopt? Terug het bijstandshok in? De wethouder zegt ook dat hij met sommige uitkeringsgerechtigden al jaren geen contact meer heeft. Jaren geleden is al afgesproken dat de gemeente vanuit haar zorgplicht regelmatig contact moet hebben met steuntrekkers. Blijkbaar is daar niets mee gedaan. En dat wordt nu als argument gebruikt. Foei.”

FNV: gemeente heeft dossiers niet op orde

Maaike Zorgman, bestuurder FNV Uitkeringsgerechtigden, deelt die kritiek: “Toch wel vreemd dat wethouder Groot Wassink nu aankondigt met iedereen in gesprek te gaan. Waarom? Ze weten alles al van alle WPI-cliënten. Waarom moet iedereen zijn verhaal opnieuw komen vertellen? Daarmee zeg je als gemeente dat je je dossiers niet op orde hebt. Zet liever in op het naar duurzaam werk begeleiden van mensen die graag willen maar niet welkom zijn, omdat ze volgens werkgevers te oud zijn.”

FNV hoopt niet op een hardere bijstand de komend jaren, een trendbreuk met het humane beleid van oud-wethouder Arjan Vliegenthart (SP). Zorgman: “Natuurlijk wachten we af hoe het beleid uitpakt. Maar we hebben al zorgen. Zo is de Participatieraad (klantenraad WPI, red.) niet eens in de plannen gekend. Terug naar de tijd van Andrée van Es, van gedwongen werk met behoud van uitkering, lijkt me geen goede zaak. Vooralsnog gaan we uit van de goede bedoelingen van de wethouder, maar ook een ‘kneiterlinks’ college moet je blijkbaar kritisch volgen.”

advertentie Regenboog Groep

1 REACTIE

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in